Schaatspeloton.nl - Columns - Puur natuurijs

Puur natuurijs

geplaatst vrijdag 20 januari 2017 om 10:07:54 op Schaatspeloton.nl

Janneke Elzinga

Janneke Elzinga (1994) is opgegroeid in het Noord-Brabantse Oosterhout. Haar thuisbaan ligt in Breda, maar de laatste jaren schaatst zij in Nijmegen. Daar is zij nu bezig met haar laatste jaar van de Master Molecular Mechanisms of Disease. Opgevoed als langebaanschaatser, merkte Janneke een aantal jaren terug dat het marathonschaatsen veel beter bij haar past. Dat resulteerde afgelopen voorjaar in promotie naar de Topdivisie. Daar maakt zij dit seizoen haar debuut met het onlangs (zelf) opgerichte team iM FARMING. Als columnist zal zij vooral haar ervaringen als groentje in het peloton met het publiek van Schaatspeloton.nl delen.

Niet zo lang geleden las ik over de term 'locavoor'. Plaats dit in de context van de herbi-, carni- en omnivoor en je kunt de betekenis al raden: een locavoor eet uit principe alleen producten uit de eigen streek. Op internet lees ik nieuwsgierig over seizoensgroenten, boerderijwinkels en zogenaamde food miles. Een boeiende, maar tijdrovende leefstijl. Ik vraag me af op er op dezelfde manier ook locatleten zijn.

Een locatleet zou zijn sport bij voorkeur in de nabije omgeving beoefenen. Zo kun je ook denken aan de paleoatleet, die graag de meest eenvoudige middelen wil gebruiken. Of de vega-atleet, die per definitie de paardensport en sportartikelen van dierlijk materiaal zou afkeuren. In een tijd waarin puur, verantwoord voedsel steeds meer de norm wordt, vraag ik me af wat we in de sport nog als 'puur' kunnen beschouwen.

Met pure sport wil ik geen dopingschandalen aankaarten. Ook doel ik niet per se op het verschil tussen recreatiesporters - die willen sporten op een toegankelijk niveau - en wedstrijdsporters - die alles uit de kast halen om optimaal te presteren. Ik denk met name aan de aard van de sport. Zo kunnen sporters in takken van de vechtsport en gymnastiek in principe op blote voeten komen opdagen. De hardloper trekt een paar schoenen aan en kan vervolgens overal zijn gang gaan. In mijn ogen is hardlopen de meest pure vorm van afzien: bij een intensief duurloopje of een (poging tot) explosieve sprint, doet elke vezel in mijn lichaam pijn. Dit kan natuurlijk ook te maken hebben met mijn loopervaring. Op dezelfde manier heb ik bewondering voor zwemmers, die voor hun inspanning met opzet op zoek gaan naar een verhoogde weerstand – de noodzaak van deze weerstand om voort te kunnen bewegen daargelaten. Net als een wielrenner die niet genoegen neemt met een vlakke weg, maar bergen op wil trappen en tegen de wind in wil beuken. Ja, in deze context wordt ook het wielrennen nog omschreven als een pure sport. Er wordt dan wel een vehikel gebruikt om snelheid te maken, maar alsnog is er spierkracht vereist om het voertuig in beweging te krijgen, tegen mechanische weerstand én rol-, lucht- en klimweerstand in. Ten slotte verdient ook de triatleet hier een eervolle vermelding, gezien zijn enorme aanpassingsvermogen aan verschillende omstandigheden.

Ik wil geen onderscheid maken tussen pure en onzuivere sporten, want binnen elke sport zijn er weer gradaties. Zo is er een verschil tussen Kees die op zijn oude Jan Janssen een tochtje door de polder maakt en een afgetrainde jongeman die op een strakke tijdritfiets zijn rondjes draait in een velodroom. Zo ook binnen het schaatsen. Het schaatsen waarmee ik ben opgegroeid is verre van puur: wekelijks trainde ik in een kunstmatig gekoelde hal, waar uit Italië geïmporteerde machines de ijsvloer prepareerden en de geur van rubberen matten mijn luchtwegen streelde. Voor wedstrijden en trainingskampen reden we soms naar andere banen in het verre Noorden of zelfs over de grens. Daar gaat dan je exercise mile. Bovendien maakte je zonder aerodynamisch pak en schaatsen met klapmechanisme minder kans op het podium. Ik ga niet beweren dat het nu anders is of dat ik niet van het langebaanschaatsen hou. Maar het marathonschaatsen…

Marathonschaatsen is de oervorm van het schaatsen, heb ik me laten vertellen. De wekelijkse KPN Cups op kunstijs, waar schaatsers met fluorescerende helmen op afgebakende 400-meterbanen paraderen, doen dat niet direct vermoeden. Spektakel, dat is het nog steeds. Toch is het niet waar de marathonschaatser het voor doet: het marathonschaatsen komt pas echt tot zijn recht op natuurijs. Bikkelen in de kou op natuurlijk bevroren water en de Elfstedentocht als ultiem carrièredoel. Deze honger naar natuurijs geldt niet alleen voor de schaatser, maar ook voor de rest van Nederland. Bij een naderende vorstperiode worden de ijzers direct uit het vet gehaald en lijkt de massahysterie omgekeerd evenredig met de voorspelde nachttemperaturen. Wat ik al een tijdje vermoedde, werd in Noordlaren, bij mijn eerste marathon op natuurijs, nog eens bevestigd. Natuurijs maakt de pure sporter in ons los.

Alle Columns van Janneke Elzinga:

Jantje Debutantje (28 oktober 2016)
Dagboek van een onervaren trainer (11 november 2016)
Conditioneren (25 november 2016)
De dooi of de gladiolen (9 december 2016)
De kersttrui (23 december 2016)
Oude banden & Nieuwe veren (6 januari 2017)
Puur natuurijs (20 januari 2017)
Het kan vriezen, het kan dooien... (3 februari 2017)
Hoe je paarden laat plassen (17 februari 2017)
Gevalletje nummer 13 (3 maart 2017)
Pelotonmolloot (17 maart 2017)