Schaatspeloton.nl - Columns - Conditioneren

Conditioneren

geplaatst vrijdag 25 november 2016 om 09:32:22 op Schaatspeloton.nl

Janneke Elzinga

Janneke Elzinga (1994) is opgegroeid in het Noord-Brabantse Oosterhout. Haar thuisbaan ligt in Breda, maar de laatste jaren schaatst zij in Nijmegen. Daar is zij nu bezig met haar laatste jaar van de Master Molecular Mechanisms of Disease. Opgevoed als langebaanschaatser, merkte Janneke een aantal jaren terug dat het marathonschaatsen veel beter bij haar past. Dat resulteerde afgelopen voorjaar in promotie naar de Topdivisie. Daar maakt zij dit seizoen haar debuut met het onlangs (zelf) opgerichte team iM FARMING. Als columnist zal zij vooral haar ervaringen als groentje in het peloton met het publiek van Schaatspeloton.nl delen.

Na vijf marathons zijn we er ook dit seizoen weer van verzekerd dat geen enkele marathon hetzelfde zal zijn. Elke wedstrijd vormt een experiment dat, in ieder geval onder gelijke omstandigheden, nooit gerepliceerd zal kunnen worden. Om te beginnen dankzij het enorme aantal rijders; tientallen individuen die iedere week opnieuw op de proef worden gesteld. Nu moet ik toegeven dat de werkelijke koers meestal door slechts een handjevol rijders wordt bepaald. Ploegenspel en rondzwiepende ledematen voorkomen echter dat iemand volledig zijn of haar race kan rijden, vrijgesteld van interacties met medeschaatsers.

Met elke extra deelnemer neemt de complexiteit toe. De één heeft een drukke week gehad, de ander had verrassend veel tijd om te ontspannen. Een enkeling die vorige week nog aanvallend meereed, ligt nu met koorts op bed. En dan heb ik het nog niet gehad over voeding, fietsrituelen en (het vergeten van) geluksondergoed op de wedstrijddag zelf, die allemaal in zekere mate het prestatievermogen van de sporter beïnvloeden.

Maar zelfs op het moment dat je de ijsbaan binnenloopt en alles onder controle lijkt te hebben – dat wil zeggen, er stond geen file of de trein had geen vertraging, je hebt drie keer gecheckt of je je zesdelige bescherming wel bij je hebt én je hebt nog tijd genoeg voor een degelijke warming-up – word je blootgesteld aan de volgende onzekere variabele: De ijsbaan. De kooi waarin de proefkonijnen worden losgelaten als leeuwen in een arena. Nu heb ik gemengde gevoelens over proefdieronderzoek, maar de manier waarop de marathonschaatser zich elke week moet aanpassen aan de (ijs)faciliteiten, doet me denken aan een hulpeloos proefkonijn dat zijn kooi besnuffelt, verkent en zich voegt naar het beschikbare nestmateriaal. Dan doel ik niet alleen op de ijskwaliteit, luchtdruk of de plaatsing van de pionnen. Ook de ruimte die er rondom het ijs wordt geschept heeft tot op zekere hoogte invloed op de wedstrijdvoorbereiding en daarmee automatisch de prestatie op het ijs.

Bij de ene ijsbaan laat de beschikbare parkeerruimte (en het weer) het toe om buiten in te lopen, elders word je gedwongen alvast de kromming van het racecircuit te verkennen. In het laatste geval ben je vaak geneigd degene die voor je loopt te imiteren - naast elkaar inlopen is meestal geen optie - in plaats van je eigen warming-up te draaien. Een goede bijdrage aan het teamgevoel, zou je kunnen stellen. Nu snap ik wel waarom anderen liever hun Tacx meenemen, die in ieder geval de zekerheid biedt voor een meer gestandaardiseerde warming-up.

Ook de voorbespreking met ploegleider en teamgenoten vindt elke keer weer plaats in een andere setting. De ene keer vind je een knus plekje, met geschilderde natuurijsscènes en Friese doorlopers aan de muur. Op de andere baan zit het café nog vol met sporters van het uur ervoor of kinderfeestjes en de geur van friet, waardoor je dus maar plaats neemt op een bankje op het terras – ook hier mits het weer het toelaat.

Laat ik in deze context, tot slot, nog aandacht besteden aan de kleedkamers, waar soms het toeval bepaalt op welke bank je team plaatsneemt, maar waar andere keren een smal spoor van lege vloer het laatste plekje aan moet wijzen. Na de wedstrijd realiseer je je pas in de kleedkamer dat je je schaatsen buiten had aangetrokken, gevolgd door een ererondje op blote voeten langs het ijs om je schoenen terug te vinden.

Vijf weken, ijsbanen en wedstrijden zijn nog niet genoeg om gegronde conclusies te trekken, maar ik kan duidelijk nog heel veer leren. Waarschijnlijk is het onderdeel van het spelletje: ook in de marathon zelf, immers, kun je niet altijd voorspellen wat er gaat gebeuren. Wel kun je 'de koers leren lezen', zoals mijn ploegleider dat treffend verwoordde. Geen enkele marathon is hetzelfde, maar ieder afzonderlijk zal elke wedstrijd bijdragen aan de nauwkeurigheid van nieuwe voorspellingen. Ik bied me graag aan als proefkonijn.

Alle Columns van Janneke Elzinga:

Jantje Debutantje (28 oktober 2016)
Dagboek van een onervaren trainer (11 november 2016)
Conditioneren (25 november 2016)
De dooi of de gladiolen (9 december 2016)
De kersttrui (23 december 2016)
Oude banden & Nieuwe veren (6 januari 2017)
Puur natuurijs (20 januari 2017)
Het kan vriezen, het kan dooien... (3 februari 2017)
Hoe je paarden laat plassen (17 februari 2017)
Gevalletje nummer 13 (3 maart 2017)
Pelotonmolloot (17 maart 2017)